Ik bouw je een huis, dat op de wolken staat
Ik bouw je een huis, dat op de wolken staat

We liggen dromend in"t gras
En kijken naar de lucht
Witte wolken gaan aan ons voorbij
Als in vogelvlucht

Aan de horizon gaat de zon al onder
Als de maan naar ons lacht
We willen beiden niet naar huis
Deze nacht

Ik bouw je een huis, dat op de wolken staat
Ik ben je piloot, waarmee je vliegen gaat
Voor jou doe ik alles(alles), alles wat je maar vraagt
Want ik heb een huis, dat op de wolken staat

Je kijkt me aan, je zegt
Dat ik nu droom
Ik ken echt niemand (hoor)
Die op de wolken woont

We hoeven beiden ook geen hemelbed
Dat ons geluk bewaakt
Maar vertel me nog één keer
Waar ons huis nu staat

Ik bouw je een huis, dat op de wolken staat
Ik ben je piloot, waarmee je vliegen gaat
Voor jou doe ik alles (alles), echt alles wat je maar vraagt
Want ik heb een huis, dat op de wolken staat

Ik bouw je een huis(ik bouw je een huis), dat op de wolken staat
(dat op de wolken staat)
Ik ben je piloot, waarmee je vliegen gaat
(waarmee je vliegen gaat)
Voor jou doe ik alles(alles), alles wat je maar vraagt
(alles wat je maar vraagt)
Want ik heb een huis, dat op de wolken staat
(Want ik heb een huis, dat op de wolken staat)